Waar we in Argentinië, Uruguay of Chili nog redelijk incognito door het land konden zwerven, liggen de kaarten in Peru toch enigszins anders.Hier kunnen we ons gringo-uiterlijk niet verstoppen en vanaf onze eerste voetstap op Peruviaanse bodem voelden we ons als stroop waar vliegen op afkomen. We blijken een magneet voor iedereen die iets te verkopen heeft: sigaretten, kledij, tatoeages, tekeningen, postkaarten, excursies, massages (met 'room service'), schoenpoetsbeurten (uitstekende prijs-kwaliteitverhouding trouwens), een foto van hun lama, ...
Het blijft een kunst om je vriendelijk maar kordaat van dit aanklampend gedrag te onttrekken. Op het einde van de dag merkten we dat de glimlach op het gelaat, die de 'no gracias' moet begeleiden, veel weg had van een verzuurde grijns.
Los van deze (kleine) ergernis is dit een heerlijk land en hebben we het gevoel in een heel andere wereld aangekomen te zijn. Peru blijkt een kleurenpallet, vol mooie en nederige mensen en met een heerlijke en (on-zuid-Amerikaanse) gevarieerde keuken.
Aangezien we nog geen meerdaagse trektochten maakten, kozen we ervoor om deze achterstand in te halen.
Colca-canyonOnze trip door de Colca-canyon, zo'n 150 kilometer van onze verblijfplaats in Arequipa, was ronduit indrukwekkend.
Het begon echter met een valse noot aangezien de mensen waarbij we deze uitstap boekten ons waren vergeten op te halen. Geen ramp maar wel pijnlijk aangezien we hiervoor om 2 uur 's ochtends ons bed hadden verlaten. Gelukkig konden we een regeling treffen met hen en de dag nadien werden we (helaas op hetzelfde onmenselijke uur) persoonlijk door de directeur van het agentschap opgehaald.
We trokken met onze kleine, fijne prive-gids Chicci door de canyon die ongeveer dubbel zo diep is als de Grand Canyon. Het werd een zware maar zeer deugddoende trek, door dorpjes zonder electriciteit en met een overnachting in een oase. Onderweg bleek dat er geen superlatieven meer bestonden voor het schilderachtige landschap, het enige wat we konden doen was genieten.
Voor de derde dag op rij kropen we rond 2 uur uit ons bed, deze keer om de beklimming van de canyon aan te vatten. Met behulp van 2 kleine zaklampen, enkele graankoeken en een fles water begonnen we aan de klim: over een 6 kilometer-lange rotsachtige weg moesten we een 1000 meter stijgen aan een gemiddeld stijgingspercentage van 17%.
Onze beloning werd een zalige zonsopgang aan het Cruz Del Condor, waar elke ochtend een kolonie van deze bedreigde diersoort hun zoektocht naar (dood) vlees aanvangen en daarbij op enkele meters van menselijke hoofden scheren.
Salkantaytrek richting Machu Pichu